Jenny Reynaert (Wulpen-Koksijde, België, °1941) was jarenlang actief in de gezondheidszorg en het aanverwante onderwijs alvorens, in 1985, een kunstenaarsloopbaan te beginnen aan de Stedelijke Kunstacademie in Oostende. Na tien jaar avondcursus beeldhouwen, met beeldhouwer Paul Perneel uit Jabbeke en Joris Vandenborgt uit Gent als leraars, sloot zij in juni 1995 deze periode af als laureaat met grootste onderscheiding en met de gouden stadsmedaille.
In juli 1992 hield Jenny Reynaert een eerste tentoonstelling in Koksijde. Toen stelde ze ook haar eerste werk in brons voor: "Dans". Een geslaagd experiment was de speciale verwerking van was en jute naar brons. Datzelfde jaar werd Jenny Reynaert geselecteerd in de Nationale Wedstrijd voor Beeldhouwkunst van het August Vermeylenfonds Oostende met het werk "Pic", een half gepolijste, half ruw gekapte steen in rode Franse marmer van de "Pic de Vissou" in Hérault, die gemonteerd is op een roestige draagbalk. Ook in 1992 behaalde zij de eerste prijs voor beeldhouwkunst in de kunstwedstrijd van het Comité ter Bevordering van de Kunst in Veurne.
In augustus 1993 nam zij opnieuw deel aan de Nationale Wedstrijd voor Beeldhouwkunst van het August Vermeylenfonds Oostende met twee composities zonder titel in arduin en bladlood en werd opnieuw geselecteerd.
In juni 1994 startte Jenny Reynaert een eigen beeldhouwatelier "Zuydcoote" langs de Havengeul in Nieuwpoort. Daar creëerde ze abstraherende beelden en composities van mensen in verschillende materialen: gebakken klei, brons en steen. De figuren stellen individuele types of kleine groepen mensen voor, die met elkaar in relatie staan. Sindsdien nam zij deel aan diverse tentoonstellingen.
In 2002 opende Jenny Reynaert een tweede atelier in Wulpen (Koksijde, halfweg tussen Veurne en Nieuwpoort) en nu is dit ruime werkhuis haar enige atelier en tentoonstellingsruimte. De ruimte werd geopend door het voltallige schepencollege van Koksijde en er werd toen beslist de uitvoering van de beeldengroep "Blij weerzien" nabij de nieuwe Florizoonebrug in Wulpen toe te vertrouwen aan Jenny Reynaert.
Ook koos het gemeentebestuur voor de trofee "Winner" van Jenny Reynaert en reikte dit forse beeld zeven jaar naeen uit aan de winnares van het tennistornooi Flanders Ladies Tennis Trophy Koksijde. Recent nam Jenny Reynaert deel aan een wedstrijd uitgescheven door het OCMW-Veurne en was ze laureaat met de indrukwekkende beeldengroep "Nooit alleen". Deze creatie is inmiddels geïnstalleerd in de tuin palend aan de parking van het rust- en verzorgingscentrum "Ter Linden" in Veurne.
Het werk van Jenny Reynaert straalt gepassioneerde expressie uit via abstraherende figuren, sporadisch afgewisseld met organische vormen. Er is geen herkenbaar patroon voor de vorm van een hoofd; benen en voeten ontbreken vaak, en schouders en armen zitten met mekaar verweven zodat ze niet echt aanwezig lijken maar zich laten aanvoelen.
Jenny Reynaert gebruikt voornamelijk klei en was als materialen. De beelden in klei hebben beduidend meer volume, worden gemodelleerd en gebakken in één stuk en zijn unieke werken. De beelden in was zijn bestemd om via de verloren-wastechniek omgezet te worden naar brons. Het werk in brons bestaat hoofdzakelijk uit langgerekte en tengere personages, die individuele types of kleine groepen mensen voorstellen die met elkaar in relatie staan.
Koksijde, haar geboorteplaats, vormt een belangrijke voedingsbodem voor haar creativiteit. Ze vond er niet enkel inspiratie, maar ook een gemeenschap van kunstenaars – George Grard, Fernand Vanderplancke, Jean-Pierre Zinjé en Walter Vilain – die voorafgingen en de sfeer van de plaats mee vormgaven. Ook Jenny Reynaert heeft er een prachtige werkplaats, waar ze haar veelzijdig oeuvre opbouwt.
Als kunstenares werkt Reynaert met een open geest. Ze heeft zich nooit laten verleiden door -ismen of tijdelijke modetrends, maar is steeds haar eigen pad blijven volgen. Haar oeuvre omvat originele sculpturale keramiek, verrassende bronzen beelden en verfijnde marmeren sculpturen. Haar opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Oostende (1985–1995) legde een stevige basis, waarna ze al gauw eervolle vermeldingen en prijzen ontving in tal van kunstwedstrijden. Sinds 1992 stelt ze regelmatig tentoon, zowel solo als in groep.
In haar keramische werk staat de menselijke ervaring centraal. Thema’s als liefde, vriendschap, geborgenheid en lichamelijkheid keren steeds terug. Haar figuren, vaak zonder theatrale gebaren, ademen een ingetogen kracht. Ze gebruikt grove chamotteklei met een hoog smeltpunt, wat haar beelden een ruwe, doorleefde textuur geeft en de emotionele intensiteit versterkt. Titels als Dezelfde verlangens, Uniek paar, en Nooit alleen onderstrepen haar aandacht voor de condition humaine en de zoektocht naar verbondenheid.
Naast klei werkt ze ook in steen. Haar voorkeur gaat uit naar materialen als Belgisch arduin, Finse zeepsteen, Bourgondische kalksteen en marmer – wit Carraramarmer, zwart Mazy-marmer, rosé marmer uit Portugal, rood marmer uit de Hérault – die zij met een uitzonderlijke gevoeligheid weet te bewerken. Het werk Rechtdoor in arduin of Ranke vrouw in Mazy-marmer zijn hiervan treffende voorbeelden. Door te spelen met gepolijste en ruwe delen, en met afmetingen en plaatsing in de ruimte, ontstaan sculpturen die niet enkel esthetisch maar ook zintuiglijk resoneren.
"Ontbolstering", Belgische zwarte marmer, 26 x 90 x 23 cm
"Elkaar graag zien", marmer
"Marmeren ik", Portugees marmer, 70 cm
Haar stenen beelden zijn doorgaans abstracter dan haar keramische werk, en verkennen eerder de essentie van vorm en materiaal dan het figuratieve. In brons vindt ze een medium dat haar toelaat om beweging, lijnenspel en elegantie tot uiting te brengen. Deze beelden functioneren bijna als driedimensionale poëzie: subtiel, maar vol betekenis.
Soms combineert zij materialen op intrigerende wijze: brons met arduin, of met Carraramarmer en ijzer. Ook grotere opdrachten, zoals de beeldengroep Blij weerzien aan de brug over het kanaal in Wulpen, getuigen van haar veelzijdigheid.
Hoewel haar werk niet eenvoudig in een stroming te vatten is, situeert zij zich bewust in een traditie die teruggaat tot Giacometti, Moore en Brancusi. Toch blijft haar werk onmiskenbaar eigen. Ze wil geen kopieën maken of decoratie ontwerpen, maar iets scheppen dat voorheen niet bestond – iets dat de toeschouwer raakt en bijblijft.
Jenny Reynaert schept beelden die bezield zijn. Elk werk is het resultaat van een innerlijk avontuur dat zich vertaalt in tastbare vorm. Haar oeuvre balanceert op het snijvlak van figuratie en abstractie, is geworteld in traditie maar ademt vernieuwing. Ze geeft vorm aan de menselijke existentie zoals zij die ervaart – niet als abstracte filosofie, maar als een poëtische werkelijkheid, vol hoop, liefde en schoonheid.